Norwich Upper Airway Syndrom (UAS) : Eén naam voor meerdere problemen
door Magda Chiarella
Met dank aan Magda Chiarella – gezondheidscommissaris Norwich Terriër Club Amerika (NTCA) - voor toestemming om het artikel te mogen vertalen en te publiceren op mijn website.
In 2004 zijn een aantal Europese Norwich Terriër fokkers een studie gestart naar de ademhalingsproblemen in het ras. Het eerste en meest uitgebreide onderzoek is gedaan op de (Veterinaire) Universiteit van Bern in Zwitserland. Snel gevolgd, na de afsluiting van dit onderzoek, door een ander Norwich Terriër gerelateerd onderzoek aan de Universiteit van Zurich. De resultaten van dit onderzoek zijn gepubliceerd in 2005, echter alleen in het Duits. In plaats van te wachten op de Engelse vertaling, besloot ik mijn Duits op te poetsen. Ik las de originele publicatie, daarbij geholpen door mijn Duitse schoonmoeder. De uitkomst is een niet officiële vertaling, een kleine samenvatting van wat ik geleerd heb van de beide Zwitserse onderzoeken. Ook heb ik honderden uren besteed aan het spreken met veterinaire luchtweg specialisten in geheel de Verenigde Staten zodat ik het onderwerp beter kon begrijpen. Ik hoop dat, door het delen van mijn beperkte kennis van deze Europese studies, andere Norwich Terriër fokkers geholpen kunnen worden bij de diagnostisch onderzoek van getroffen honden en dat zij betere keuzes kunnen maken met betrekking tot hun fokprogramma’s.
Ik zal de interviews die ik afnam van specialisten in de Verenigde Staten in een ander artikel delen via het clubblad. Alle informatie in dit artikel is het resultaat van mijn onderzoek. Ik ben geen lid van de Amerikaanse NNTC subcommissie aangaande Norwich Terriër UAS en ik draag alle verantwoordelijkheid voor fouten en onduidelijkheden.
Onderzoek aan de Universiteit van Bern, Zwitserland
Het meest uitgebreide onderzoek naar Norwich Terriër ademhaling is gedaan aan de universiteit van Bern waar meer dan 200 Europese Norwich Terriërs zijn gescoped. Het is van het grootse belang om op te merken dat willekeurig een aantal honden werden gevraagd deel te nemen aan het onderzoek. Het was een doorsnede van de populatie en niet alleen maar aangetaste honden die ademhalingsproblemen vertoonden. Ik heb begrepen dat alle Zwitserse, en een aantal Europese, fokkers hebben meegedaan aan het onderzoek. Het was een systematisch onderzoek, niet specifiek gericht op de vertoonde symptomen van de ademhalingsproblemen, om een graderingssysteem op te zetten voor UAS in het ras. Helaas zijn de officiële resultaten van het onderzoek nog niet gepubliceerd. Alle gegevens die ik heb komen van deelnemers aan het onderzoek en met name een rapport wat aan de Zwitserse kennelclub is gegeven, bestemd voor de eigenaars van de Zwitserse honden.
De gradering is gebaseerd op een puntensysteem waarbij rekening gehouden wordt met:
- Lengte en dikte van het zachte gehemelte
- Zwelling van de Larynx.
- Laryngale ventrikels en stemplooien
- Strottehoofd klepje (vorm en cysten)
- Dak van de keelholte
- Amandelen
- Trachea (maat en vorm)
- Vorm, stabiliteit en plaatsing van het laryngaal kraakbeen
Aan elk deel van de luchtwegen van de honden is een aantal punten toegekend, gebaseerd op visuele beoordeling via endoscopie. Trachea’s die verdacht werden van “instorting” zijn ook via een röntgenfoto op in- en uitademen gecontroleerd om de ernst van de “instorting” te beoordelen. Punten werden gegeven en honden kregen een gradering, net als een school beoordeling. Naast alleen A of B is ook gebruik gemaakt van tussen stappen als A1, A2, B1 of B2. Gebaseerd op de anatomische criteria waren de mogelijke graderingen vastgesteld; A1, A2, B1, B2, C1, C2, D1, D2, E1 en E2.
Onderzoek aan de Universiteit van Zurich, Zwitserland (gepubliceerd in 2005)
Het Onderzoek aan de Universiteit van Bern was de inspiratie voor een onafhankelijk onderzoek, uitgevoerd aan de Universiteit van Zurich, met als doel om de luchtwegen van de Norwich Terriër te vergelijken met de luchtwegen van brachycephalische rassen. De onderzoek methodes, gebruikt door Dr. Marisa Rosaspina’s team, waren uitgebreider dan die van het onderzoek aan de Universiteit van Bern. Naast de laryngoscopie ondergaat de hond ook een rhinomanometrisch onderzoek (uitleg volgt later), metingen van de neusgaten en röntgenfoto’s van de schedel en de luchtpijp.
Bij de honden die meededen aan het onderzoek zaten ook 23 Norwich Terriërs en 8 Beagles als vertegenwoordigers van de mesophalische rassen en 8 brachycephalische rassen. Cephalische Index verwijst naar de maat en de vorm van de schedel. Alle honden werden geclassificeerd in 3 verschillende groepen gebaseerd op die Index: dolichocephalisch (lang hoofd), mesocephalisch (gemiddeld hoofd) of brachycephalisch (breed hoofd). Een brachycephalische schedel is relatief breed en kort, normaal gesproken meet de breedtemaat minstens 80% van de lengtemaat. Hondenrassen zoals Pugs en Bulldoggen behoren tot deze groep, waar de neus praktisch verdwenen is. Een mesocephalische schedel is van gemiddelde lengte en breedte en zowel de Norwich Terriër als de Beagle behoren tot deze groep. Een dolichocephalische schedel is een relatieve lange schedel, normaal met een breedte minder dan 80% of 75% van de lengte. Denk hier bij aan de Whippet of de Barzoi.
De onderzoekers van Zurich onderzochten visueel het zachte gehemelte qua maat, dikte en aanwezigheid van afwijkingen. De tekening laat een voorbeeld zien van een verlengd zacht gehemelte, de meest voorkomende afwijking gevonden bij Norwich Terriërs. Bij 19 van de 23 onderzochte Norwich Terriërs werd dit aangetroffen.
Net zoals bij de onderzoeken in Bern, ondergingen alle honden een laryngoscopie. Hierbij wordt een flexibel slangetje, voorzien van een camera, door de luchtwegen geleid. Voor een laryngoscopie is een verdoving een vereiste. De meest voorkomende afwijkingen gevonden bij de Norwich Terriërs waren opgezwollen amandelen (20) en 17 hadden “everted laryngal saccules” (naar buiten gekeerde zakjes in het strottenhoofd). Andere luchtwegafwijking waren vernauwde trachea’s (2) en ingestorte larynga bij 1 Norwich Terriër. De brachycephalisch groep liet een zelfde percentage van afwijkingen zien. Bij de 8 Beagles in het onderzoek werden geen afwijkingen waargenomen.Door gebruik te maken van beide onderzoeken, visuele inspectie en meetwaarden, toonde het onderzoek aan dat alleen de brachycephalische honden “geknepen” neusgaten hadden. De tekening links laat ernstig “geknepen” neusgaten zien in een brachycephalische hond, waar de stippellijn een suggestie doet voor een chirurgische aanpassing door tissue weg te nemen. De tekening rechts laat licht “geknepen” neusgaten zien. Geen van de onderzochte Norwich Terriërs of de Beagles lieten enige vorm van “geknepen” neusgaten zien. Het is van groot belang om op te merken dat ondanks de goede neusgaten, de onderzochte Norwich Terriërs een verstoorde luchtflow door de neusholtes lieten zien zoals gemeten door de Rhinomanometer.
De illustratie laat een rhinomanometrisch onderzoek zien, een ander onderdeel van de procedure gebruikt in Zurich. Rhinomanometrisch onderzoek (“Rhino” betekent “neus” in het grieks, “Manometrisch” betekent “opmeten”) is een relatief nieuwe methode die gebruikt wordt om de luchtflow en de luchtdruk in de neus te meten gedurende de ademhaling. Nasale weerstand of beperkingen kunnen worden berekend vanuit de verkregen meetwaarden. Het is een zeer accurate manier om de luchtflow en de eventueel optredende beperkingen tijdens de passage van lucht door de neus aan te tonen. De metalen haak in de tekening (“Metalhaken”) is bedoeld om de neuspassage te scheiden van de rest van de luchtwegen. De verdoofde hond heeft de metalen haak ingebracht gekregen en draagt een masker verbonden met de rhinomanometer. Om een goede afsluiting te krijgen tussen masker, aangegeven als “Glocke” en (het gehemelte van) de hond, werd simpel pizzadeeg gebruikt. Het apparaat pompt lucht in de neusholtes en meet terugkomende lucht(druk). Gedurende de procedure ademt de hond via een tube die is ingebracht in de luchtpijp. Gebaseerd op de rhinomanometrische waarden lieten de onderzochte Norwich Terriërs weerstand zien in de luchtflow wat wijst op stenotische neusgaten (belemmerde neuspassage). Stenotische neusgaten kwamen bij de brachycephalisch honden vaker voor. De Beagles lieten geen beperking in de luchtflow door de neusholtes zien.
Korte samenvatting van het onderzoek van Zurich |
Norwich Terriër statistieken van 23 onderzochte honden: 19 verlengde zachte gehemeltes 20 vergrote amandelen 17 naar buiten gekeerde zakjes in het Strottenhoofd (everted laryngeal saccules) 6 vernauwde stemplooien 1 laryngeale instorting 2 vernauwde tracheas 8 brachycephalische honden lieten zelfde problemen zien De controle groep van 8 Beagles had GEEN van alle genoemde problemen |
Het doel van het onderzoek in Zurich was om het Norwich Terriër ras te vergelijken met brachycephalische honden op het gebied van Luchtweg problemen. De beschreven diagnose procedures laten zien dat het brachycephalische syndroom het Norwich Terriër ras beïnvloed, hoewel het Norwich Terriër ras tot de mesocephalische groep van rassen behoort. Om het onderzoek af te ronden hebben de onderzoekers, door gebruik te maken van de gemaakte röntgenfoto’s en schedel metingen, de schedels van de Norwich Terriërs, de Beagles en de brachycephalische honden vergeleken. De schrijvers van het onderzoeksrapport concludeerden dat de Norwich Terriër zeker geen brachycephalisch ras is en dat ze geen correlatie konden aantonen tussen de schedel grootte en luchtweg problemen.
De uiteindelijke conclusie van het onderzoek was dat ze de aanbeveling deden om het brachycephalische syndroom te hernoemen omdat het niet alleen brachycephalische rassen treft. Het treft de Norwich Terriër ook!
Het onderzoek van de Universiteit van Zurich, waarin de Norwich Terriër vergeleken werd met brachycephalische rassen, heeft inmiddels geleid tot een nieuw onderzoek hetwelk nog steeds gaande is. Dit nieuwe onderzoek, geleid door Dr. Koch, zet vraagtekens bij de conclusie van Dr. Marisa Rosapina dat er geen relatie tussen de schedel grootte en luchtweg problemen is. De eerste resultaten van dit nieuwe onderzoek tonen aan dat de schedels van Norwich Terriërs inderdaad niet gelijk zijn aan die van brachycephalische rassen, maar dat bij de onderzochte Norwich Terriërs er wel degelijk een duidelijk patroon is. Honden met kortere neuzen en bredere schedels meer last hebben van problemen met de bovenste luchtwegen. Een citaat van Dr. Koch: “Het is zeer goed mogelijk dat de verkorte neus en de nauwe neusgaten de hoofdzaak zijn voor de verhoogde onderdruk in de bovenste luchtwegen en dat alle andere symptomen, zoals het verlengde zachte gehemelte, bijkomende gevolgen zijn.”
Om meer te lezen over dit onderzoek, ga dan naar:
http://www.research-projects.uzh.ch/p3008.htm
Onderzoek naar Cellulaire Oxygenatie (zuurstof opname in weefselcellen) aan de Universiteit van Zurich (gepubliceerd in 2004)
Toen ik de schitterende online bibliotheek van onderzoekspublicaties van de Universiteit van Zurich doorlas, stootte ik op fascinerend onderzoek door Dr. Daniel Koch. Zijn onderzoek had tot doel een schatting te maken van de zuurstofverzadiging in het celweefsel van brachycephalische honden.
Dr. Koch toonde aan dat door het meten van VEGF en EPO in het bloed, een objectieve gradatie kan worden vastgesteld voor het brachycephalische syndroom. Stel je eens voor! Een bloedtest die objectief kan aangeven wat de mate van zuurstofgebrek is op celniveau! Dat zou geweldig zijn omdat cijfers weinig ruimte overlaten voor een ander soort interpretatie. Een bloedtest die VEGF niveaus aantoont geeft een veel objectiever graderingsresultaat dan een visueel onderzoek wat vervolgens geïnterpreteerd wordt. Een bloedonderzoek is bovendien minder ingrijpend en veel goedkoper dan laryngoscopie.
VEGF staat voor “Vascular Endothelial Growth Factor” (vasculaire endotheliale groeifactor), een signaal proteïne die ik graag “brenger van een slechte boodschap” noem. Als het VEGF-niveau stijgt, is dat altijd slecht nieuws. EPO staat voor erythropoiëtin, een hormoon dat de aanmaak van rode bloedcellen regelt. EPO is een “goede boodschap”. De schrijvers van dit onderzoek hadden een aantal aannames, namelijk dat hypoxie (een tekort aan zuurstof in het lichaam) de vrijgave van VEGF verhoogt en de productie van EPO verlaagd. De onderzoekers maten de VEGF en EPO niveaus vóór een lichamelijke activiteit en opnieuw 4 uur later. Acht brachycephalische honden en acht mesocephalische honden deden mee aan dit onderzoek. De conclusie van het onderzoek was dat het meten van de VEGF niveaus vóór en 4 uur na een activiteit een goede methode was om niet alleen de zuurstofverzadiging vancellen te meten maar ook de mate van succes van correctieve chirurgische ingrepen bij brachycephalische honden. Op dezelfde manier kan het succes van een chirurgische ingreep geëvalueerd worden bij geopereerde honden door het meten van VEGF niveaus na een activiteit.
Heel interessant is dat op pagina 12 van dit onderzoek de Norwich Terriër specifiek genoemd is als mesocephalisch ras wat grote baat zou kunnen hebben van deze testmethode. Ik heb contact opgenomen met diverse specialisten in de Verenigde Staten op het gebied van Luchtweg problemen in de hoop dat ze het bovengenoemde onderzoek zouden willen herhalen en hiermee het nut zouden bevestigen van het meten van VEGF niveaus als biologisch signaal van bovenste luchtweg problemen (UAS). Met name bij honden die geen tekenen van luchtweg problemen vertonen en die gebruikt (gaan) worden als fokmateriaal en dus onderzocht zouden moeten worden op UAS. Ik geloof dat dit een veelbelovende testmethode is. Eén die zonder twijfel minder ingrijpend en minder kostbaar dan de puur diagnostieke Endoscopie. Tot nu toe heb ik, helaas, nog niet genoeg interesse kunnen wekken. Mocht een lezer van dit artikel suggesties hebben voor onderzoeksinstituten die het onderzoek van de Universiteit zouden willen herhalen, dan zou ik het zeer op prijs stellen als men contact met mij opnam.
Door harde wetenschappelijke gegevens betreffende luchtweg problemen bij Norwich Terriërs te presenteren, hoop ik dat Norwich Terriër fokkers zich bewust worden van de ernst van deze afwijking in het ras. Een toekomstig artikel zal meer praktische voorbeelden bevatten om de symptomen te begrijpen die gerelateerd zijn aan UAS, de ABC’s van de luchtweg anatomie, een discussie aangaande protocollen die gebruikt worden in de Verenigde Staten om Norwich Terriërs te scopen en een aantal ideeën over hoe UAS mogelijk vererft. Ik heb inmiddels honderden uren besteed aan het onderzoeken van UAS en vraag slechts om één beloning. Neem UAS serieus bij keuzes die je gaat nemen als fokker van toekomstige nesten. UAS is niet een probleem wat zelden voorkomt en wat eenvoudig te verhelpen is door een chirurgische ingreep. Volgens de verschillende onderzoeken die eenvoudig online te vinden zijn, is UAS meer dan alleen een probleem met “naar buiten gekeerde ventrikels”. De wetenschappelijke gegevens laten zien dat het een breder probleem is, wijdverspreid en ernstig. Laryngale instorting en instorting van de trachea zijn levensbedreigend. Dit zijn geen losstaande incidenten. Ze behoren tot een groter geheel waarvan ook kleinere problemen een symptoom zijn.
Laten we samen er aan werken om UAS beter te begrijpen en uiteindelijk uit te roeien in het Norwich Terriër ras.
Magda Chiarella