| | | | |
Foto’s: Sally Anne Thompson | | | | |
Bovenste Luchtweg Syndroom bij de Norwich Tërrier
Auteurs: E. Dietschi, M. Ruchti, C, Gaillard, H. Stich, P. Schawalder
Tandmedische Kliniek van de Medische Faculteit van de Universiteit Bern
Origineel artikel gepubliceerd in “Die Zeitschrift der Schweizerischen Kynologischen Gesellschaft SKG” van 19 maart 2010 : www.albert-heim-stiftung.ch/downloads/3-10.pdf
In de afgelopen jaren zijn de meldingen van serieuze ademhalingsproblemen bij Norwich Terriërs, van constante respiratoire geluiden als gevolg van warmtegevoeligheid, verminderde weerstand tot aan instorten en verstikking, geaccumuleerd. Bij de Norfolk Terriërs (Afbeelding 1), die, behalve dan het oor in het exterieur, nauwelijks van Norwich Terriër (Afbeelding 2) verschillen is echter niets over ademhalingsproblemen bekend. Deze twee rassen werden tot 1964 gefokt als één ras en werden vanaf toen door de “International Federation Cynologique” (FCI) erkend als twee onafhankelijke rassen. Als bij slechts één van twee zulke nauw gerelateerde rassen een ziekte optreed, dan is er een sterke aanwijzing dat het een ziekte met een erfelijke component betreft.
Behoort de Norwich Terriër bij de kortschedelige rassen?
Als er een erfelijk kwaal bestaat, dan is het mogelijk door selectief te fokken dit tegen te gaan. Maar om doeltreffende fok technische maatregelen te nemen, moet de ziekte nauwkeurig omschreven worden en daarop gebaseerd een nuttige screeningsprocedure ontwikkelt worden. Dat was het doel van het onderzoek. Het "Upper Airway-syndroom" (UAS) bij de Norwich Terriër is zelden onderzocht en in detail beschreven. Als er iets onderzocht of beschreven werd, werden de ademhalingsproblemen van Norwich Terriërs aangeduid als "Brachycefale syndroom", wat zou betekenen dat de Norwich Terriër één van de kortschedelige rassen is en problemen in verband met een verkorting van de gezichtsschedel en snuit en de bijbehorende gevolgen (zoals een sterk afgerond schedeldak met enorm ingekort en omhoog gebogen onderkaak , steil ingesteld en de bijbehorende zeer grote, ondiepe oogkassen, een ontbrekend schaargebit met een sterke voorbijt, mogelijk naar binnen of naar buiten gekantelde of gedraaide tanden en een bijna volledige ronde schedel) die daarbij horen, zou vertonen. Na morfologische metingen van 95 Norwich Terriërs en 11 Norfolk Terriërs konden geen kenmerken van Brachycefale worden gevonden in een van de onderzochte honden.
Ook toonde geen van de in het klinisch onderzoek onderzochte honden vernauwde neusgaten of hadden een tracheale instorting (Trachea Collapse) die causaal zijn verbonden met het kortschedelige syndroom. Om erachter te komen tot welk type schedel de Norwich en de Norfolk Terriër behoren, werden schedels van deze twee rassen, de Wolf (normaal schedelig of mesocefaal) en de Engels Bull dog (kortschedelig) geröntgend. Met digitaal bewerkte röntgenfoto’s kan de verhouding van de verschillende schedels direct vergeleken worden en op typische brachycefale veranderingen worden onderzocht.
| | |
Afbeelding 3: Vergelijking van de verhoudingen van de schedel van de wolf (rood) en Norwich Terriër (groen). De verhoudingen van de hersenen en gezichtsschedel van de Norwich Terriër zijn vergelijkbaar met die van de wolf. Bij de wolf zijn alleen het onderkaakbeen en enkele punten die gerelateerd zijn aan de aanhechting van de kauwspieren meer ontwikkeld dan bij de Norwich Terriër. | | t |
| | |
Afbeelding 4: Vergelijking van de verhoudingen van de schedel van de Norwich Terriër (rood) en de Engels Bull dog (groen). Een superpositie van de schedel van Norwich Terriërs en Engels Bull dog is niet mogelijk. | | |
Om dit te ondersteunen zijn bij 125 Norwich Terriërs en 11 Norfolk Terriërs, volgens een gestandaardiseerd protocol, de keelholte met het strottenhoofd (Larynga) en de luchtpijp (Trachea) met een endoscoop onderzocht (Laryngoscopie). Er werd geen selectie in de honden gemaakt, dat wil zeggen, er werden jonge en ook zeer oude honden, maar ook honden met en zonder symptomen onderzocht. Figuren 5 en 6 tonen schematisch de omstandigheden in de keelholte en Larynx (strottenhoofd).
Afbeelding 5: Zicht op het Strottenhoofd door de geopende bek
| | |
1 Strottenklepje | 4 Kraakbeen | 2 Ingang Ventrikel | 5 Ring kraakbeen | 3 Stemplooi met Stemband | 6 Dak van de Larynx |
| | |
Afbeelding 6: Sagittale paramediane doorsnede van het gehemelte en strottenhoofd van een hond. De oriëntatie lijn toont de locatie van afbeelding 5.
| | |
1 Neus dak | 6 Zachte gehemelte | 11 Strottenhoofd holte | 2 Mond dak | 7 Tong wortel | 12 Luchtpijp | 3 Keel dak | 8 Strottehoofdklepje | 13 Slokdarm | 4 Keelholte dak | 9 Plica Aryepiglottica | | 5 Ostium intrapharyngeum | 10 Stemplooi | | | | |
Een overzicht van de verschillende standpunten en de anatomische details die in de loop van de Laryngoscopie zichtbaar zijn, zijn samengevat in Afbeelding 7.
| | |
Afbeelding 7 Aanzicht 1: Bij het openen van de mond | Afbeelding 7 Aanzicht 2: met een spatel wordt het strottenhoofdklepje naar onder geklapt |
| | |
| | |
Afbeelding 7 Aanzicht 3: Zicht op de Luchtpijp | Afbeelding 7 Aanzicht 4: Zicht in de Luchtpijp |
| | |
Scoringssysteem
Beoordeeld worden de zachte gehemeltelengte en dikte, de kraakbeenvorm, stabiliteit en positie, de oedeemgraad van de stemplooi, Laryngeale dak en ringkraakbeen, het uitpuilen van de Ventrikel slijmvliezen of de mate van aantasting van de stembanden en de vorm van de trachea. Inflammatoire symptomen worden niet meegenomen omdat er vele redenen voor het optreden kunnen zijn die niet direct gerelateerd aan “UAS” hoeven te zijn. Op dezelfde manier worden de veranderingen van de amandelen niet beoordeeld, omdat door hun ligging, buiten de eigenlijke luchtwegen, de amandelen, zelfs bij een hoge vergrotingsfactor geen relevante beperking veroorzaken.
Geconstateerd werd dat drie criteria worden beschouwd als de belangrijkste oorzaken van “UAS”, te weten: lengte van het zachte gehemelte , kraakbeen kenmerken (vorm, stabiliteit en functie) en Ventrikel uitstulping. Bewezen is dat minder belangrijk zijn de zachte gehemelte dikte, de oedeemgraad van het dak van de keelholte, het ringkraakbeen, het arytenoide kraakbeen en tenslotte de vorm van de luchtpijp. Zo kon bij geen enkele hond luchtpijp instorting (“Collapsed Trachea”) worden vastgesteld.
Criteria | Punten | Factor | Mogelijke punten aantal | Maximum Punten |
Zachte gehemelte lengte | 0 – 3 | 5 | 0 – 15 | 15 |
Zachte gehemelte dikte | 0 – 3 | 1 | 0 – 3 | 3 |
Kraakbeen | Vorm | 0 of 3 | 1 | 0 of 3 | 15 |
Stabiliteit | 0 – 3 | 2 | 0 - 6 |
Positie | 0 – 3 | 2 | 0 - 6 |
Zwelling | Keel | 0 – 3 | 1 | 0 – 3 | 6 |
Gehemelte | 0 – 3 | 0,5 | 0 – 1,5 |
Ring Kraakbeen | 0 – 3 | 0,5 | 0 – 1,5 |
Uitstulping van de Ventrikel | 0 – 3 | 5 | 0 – 3 | 15 |
Vorm van de Luchtpijp | 0 – 3 | 2 | 0 - 6 | 6 |
Totaal Aantal Punten | | | | 60 |
Tabel 1: Puntenwaardering en factoren voor de criteria, die UAS beïnvloeden. De klinische invloed van een
criterium op “UAS” word door middel van een factor uitgedrukt, waarmee de punten vermenigvuldigd moeten worden.
Codering | Totaal aantal punten | Gradatie |
A | A1 | 0 – 5 | Vrij |
A2 | 5,5 - 10 |
B | B1 | 10,5 – 15 | Verdacht |
B2 | 15,5 – 20 |
C | C1 | 20,5 – 25 | Gering |
C2 | 25,5 – 30 |
D | D1 | 30,5 – 35 | Middelmatig |
D2 | 35,5 – 40 |
E | E1 | 40,5 - 45 | Hoog |
E2 | >45 |
Tabel 2: Score schema voor “UAS” bij Norwich Terriërs
Afbeelding 8: De 3 hoofdcriteria; Zachte Gehemelte, Kraakbeen (vorm, stabiliteit en plaatsing) en “Everted Ventrikels, in normale toestand en pathologische veranderde toestand.
Zachte gehemelte:
Bij een normale lengte is het strottenhoofdklepje kort en werkt als een klepje. | Bij een verlengd zacht gehemelte hang de overtollige rand als een gordijn naar beneden. |
Kraakbeen: vorm
Kraakbeen: stabiliteit
Bij normale stabiliteit behoudt het kraakbeen het naar onder klappen van het strottenhoofdklepje haar positie. Bij een instabiliteit klapt of roteert het kraakbeen in de
luchtwegen. Alleen tijdens een Layngoscopie in physiologische toestand is dit te beoordelen. Hiervan is dus ook geen foto beschikbaar.
Kraakbeen: plaatsing
De graad van omklappen wordt beoordeeld
Ventrikel “eversion”/Stemplooi-Oedeem
In normale toestand ligt het slijmvlies netjes in de welving van de Ventrikel (als 2 aparte “meertjes”). Hoe
erger de uitstulping (“eversion”) hoe meer deze “meertjes” van slijmvliezen in elkaar overlopen.
Onderscheid tussen Norfolk en Norwich Terriërs
Het onderscheid in de zo verkregen uitslagen van 125 Norwich Terriërs en 11 Norfolk Terriërs was zeer groot, want alle onderzocht Norfolk Terriërs hadden een normale uitslag (100% A). Bij de Norwich Terriërs hadden daarentegen slecht 4% een uitslag A, 16% een uitslag B en had zelfs 80% lichte tot zware UAS (Uitslag C: 35%, Uitslag D: 30% en Uitslag E: 15%).
Nieuwe inzichten in de "everted ventrikels"
Afwijkend van de heersende mening advies toont de histologische hard-sectionele preparaat van een "binnenstebuiten gekeerd ventrikel" dat het epitheel niet wordt afgebroken en “everted”, maar dat onder het epitheel, een zeer geöedematiseerd en doorbloed weefsel heeft (afbeelding 9).
Afbeelding 9: Histologisch hard-sectioneel preparaat van een “Everted Ventrikel”
Op eigen initiatief, vanaf 2000 verplicht, lieten fokkers uit Zwitserland en Duitsland hun honden onderzoeken en haalden slecht beoordeelde honden vrijwillig uit de fokkerij. Na voltooiing van het proefschrift werd het systeem van screening voor de detectie van “UAS” behouden, omdat was gebleken dat door de vrijwillige selectie die door deze screeningswerkwijze mogelijk was, het aantal nieuwe gevallen zouden worden verminderd in de Norwich Terriër populatie (Afbeelding 10 ). Dit heeft ertoe geleid dat in de tussentijd de "Zwitserse Club voor de Terriër" een laryngoscopie met een waardering op grond van dit ontwikkelde waarderingssysteem voor het gebruik in de fokkerij Norwich Terriers verplicht heeft verklaard.
fbeelding 10: Constatering van “UAS” bij de Norwich Terrier in Zwitserland
Afbeelding 10: Constatering van “UAS” bij de Norwich Terrier in Zwitserland
Informatie: Beschreven onderzoeken zijn uitgevoerd in het kader van het proefschrift van Martina Ruchti op de Zwitserse Diergeneeskundige Faculteit van de Universiteit van Bern onder leiding van prof. dr. P. Schawalder en dr. E. Dietschi. De volledige titel van het proefschrift is: "Het Bovenste Luchtweg Syndroom bij de Norwich Terriër: Beschrijving van de ziekte en de methoden van onderzoek en de ontwikkeling en evaluatie van een foktechnische bruikbare score regeling” (“ Das Obere LuftwegSyndrom beim Norwich Terrier: Beschreibung der Erkrankung und der Untersuchungsmethoden sowie Entwicklung und Evaluierung eines zuchthygienisch nutzbaren Scoring-Schema”
Dank: Onze dank gaat uit naar alle fokkers en bezitters uit Zwitserland en buitenland, die hun honden lieten onderzoeken. Dank ook naar Dr. M. Nussbaumer, conservator van het Natuurhistorisch Museum Bern en de kynologische Verzameling van de Albert-Heim-Stichting, voor het beschikbaar stellen van de schedelpreparaten. Deze studie werd door het Ministerie voor het Dierenartswezen en de Albert-Heim-Stichting gefinancierd.
Literatuur: De gebruikte literatuur kan bij E. Dietschi aangevraagd worden.
Contactadres: Dr. phil. nat. Elisabeth Dietschi, Vetsuisse Fakultät der Universität Bern, Departement für klinische Veterinärmedizin, Abteilung für Chirurgie, Orthopädie und Stomatologie und Institut für Genetik; E-Mail: elisabeth.dietschi@itz.unibe.ch